Postdramatisch theater

Postdramatisch theater is een term die gevestigd is door de Duitse theaterwetenschapper Hans-Thies Lehmann. Met de term heeft Lehmann in zijn boek Postdramatisches Theater de ontwikkeling beschreven van het theater dat aan het eind van de twintigste eeuw steeds meer terrein begon te winnen. Ondanks het feit dat het boek wordt aangekondigd als het langverwachte panoramische overzicht van de nieuwste theaterontwikkelingen van de laatste decennia, is Lehmann duidelijk over de grenzen van zijn studie. Het is niet de bedoeling een inventaris te maken maar in de eerste plaats een 'esthetische logica' van het nieuwste theater te formuleren. Aan de hand van talrijke voorbeelden uit het internationale theatercircuit brengt Lehmann de belangrijkste namen, gezelschappen, organisaties en expressiemiddelen in kaart van wat hij postdramatisch theater noemt.

Het postdramatische theater dat zich ontwikkelt sinds eind jaren 1960 omschrijft Lehmann door te wijzen op de verschillen met de klassieke dramatische esthetiek van het aristotelische theater. In het postdramatische theater staat de tekst niet langer centraal maar wordt het een perifeer element naast andere niet-tekstuele elementen zoals het lichaam (danstheater), het beeld (nieuwe media), geluid (muziektheater), … die deel uitmaken van het scenische gebeuren. Het woord wordt er net als het beeld, het lichaam en het geluid, gezien als een teken. De onderlinge verbondenheid van deze tekens creëert in eerste instantie een zintuiglijke gebeurtenis voor de toeschouwer. Deze zintuiglijke belevenis van het hele gebeuren - dus ook van de tekst - staat boven het 'begrijpen', 'het betekenis geven aan' en het 'cognitief herkennen van' het gebeuren.

Postdramatisches Theater is een poging om de overvloed aan zintuiglijke prikkels die op de theatertoeschouwer worden afgestuurd, in concepten op te vangen en te ordenen. De Franse theaterwetenschapper Patrice Pavis verwijst naar een cruciaal moment in het ruimteonderzoek wanneer hij de belangrijkste omwenteling binnen het moderne theater 'le retournement copernicien de la scène' noemt: "la scène et tout ce qu'on peut y opérer sont promus au rang d'organisateur suprême du sens de représentation." Het is niet langer het woord dat de betekenis van de scène organiseert en beheerst, maar de materialiteit van de scène zelf die de meester maakt van het theatrale discours. De tekst krijgt pas betekenis in de concrete, fysieke enscenering: het is niet langer de voorstelling die rond de tekst draait, maar de tekst draait rond de voorstelling. Er doet zich een heuse verschuiving voor in het mens- en wereldbeeld, een paradigmawissel. Het tijdperk van de tekst is in zijn eindfase geraakt. Het lezen van een literaire tekst is voor Lehmann het oerbeeld van een bepaald begrijpen van de mens en de wereld, dat nu overgaat in een ander begrijpen dat bepaald wordt door de snelle ontwikkelingen van de beeldcultuur en de mediatechnologieën. Een lineair-successieve 'diepe' lectuur, die een oorzaak-gevolg-relatie impliceert, wordt vervangen door een 'oppervlakkige' simultane en multiperspectivische lectuur, die gekenmerkt wordt door nevenschikking en non-hiërarchie.


From Wikipedia, the free encyclopedia · View on Wikipedia

Developed by Tubidy